Printers toevoegen aan grote IP-netwerken

Als u een printer of multifunctioneel apparaat via een router of gateway toevoegt (de printer bevindt zich dus niet op uw lokale netwerk), kunt u de printers met dit hulpprogramma mogelijk niet identificeren.

• Sommige routers geven namelijk het hardwareadres (MAC-adres of “Station Address”) van de printer niet door.
• Als u meerdere nieuwe printers op uw lokale netwerk hebt geïnstalleerd, is het mogelijk dat u niet de juiste printer kunt selecteren met het standaard IP-adres (192.0.0.192). Controleer het hardwareadres om de juiste printer te vinden.

U installeert als volgt een printer met dit hulpprogramma:

1. Voer een van de volgende handelingen uit:
   • sluit de printer fysiek op het lokale netwerk van de computer aan (rechtstreeks), of
   • gebruik dit hulpprogramma op een computer die is verbonden met het lokale netwerk van de printer.
2. Met dit hulpprogramma identificeert u de printer en configureert u IP-parameters in overeenstemming met de uiteindelijke netwerklocatie van de printer. Als u naar het MAC-adres zoekt, kunt u dit vinden door een configuratiepagina (testpagina) af te drukken (via de printer of via de externe printserver) om er zeker van te zijn dat u het juiste MAC-adres of hardwareadres selecteert.
3. Breng de printer (of de externe HP Jetdirect-printserver) indien nodig terug naar de uiteindelijke netwerklocatie.
4. Voer een van de volgende handelingen uit om de printer op andere computers te installeren:
   • Configureer met dit hulpprogramma andere computers of servers die direct op deze printer afdrukken, of
   • Gebruik voor Windows-clients die op deze printer afdrukken via een gedeeld systeem, het hulpprogramma Printer toevoegen van het clientsysteem in de map Printers, of een installatieprogramma voor gedeelde printers dat speciaal voor deze printer is bedoeld.

Als u meer informatie wilt, raadpleegt u de onderstaande bronnen.

Woordenlijst voor afdrukken via een netwerk